Installatieautomaat aansluiten: stappen, aansluiting, diensten

Installatieautomaat aansluiten
💡 Kort uitgelegd:

Een installatieautomaat is een essentieel beveiligingscomponent dat het elektrische circuit automatisch onderbreekt bij overbelasting of kortsluiting. Dit gebeurt met behulp van een thermisch bimetaal voor langdurige overbelasting en een magnetische spoel die binnen 10 milliseconden reageert op kortsluitstromen. De meest gebruikte installatieautomaat in Nederlandse woningen is de 16A B-karakteristiek 1P+N. Deze is geschikt voor een maximale belasting van 3680 watt en wordt vaak toegepast op verlichting en algemene stopcontactgroepen. Het aansluiten van een installatieautomaat verloopt in zes stappen: spanningsloos schakelen, meten met een tweepolige spanningsaanwijzer, de oude automaat verwijderen, de nieuwe op de DIN-rail plaatsen, de draden correct aansluiten en de schroeven aandraaien met een momentschroevendraaier ingesteld op 2 tot 2,5 Nm afhankelijk van fabrikant specificaties. Installatieautomaten kosten doorgaans tussen de €15 en €27 voor standaard 1-polige uitvoeringen. Voor zwaardere 3-fase types kan de prijs oplopen tot €162+. De B-karakteristiek schakelt uit bij een stroom van 3 tot 5 keer de nominale waarde, terwijl C-karakteristiek tussen de 5 en 10 keer uitschakelt – ideaal voor circuits met motorbelastingen. Vervanging van een installatieautomaat wordt aanbevolen na 5 tot 10 keer aanspreken of wanneer de automaat ouder is dan 40 jaar. Alle werkzaamheden moeten worden uitgevoerd volgens de veiligheidsnormen NEN1010 en NEN3140, en mogen uitsluitend gebeuren door voldoende onderrichte personen. Het uitschakelen van de hoofdschakelaar en het controleren van spanningsloosheid zijn hierbij verplicht.

Installatieautomaat laten aansluiten

Wat is een installatieautomaat?

Een installatieautomaat is een elektromechanisch beveiligingsapparaat dat automatisch de stroomtoevoer onderbreekt bij overbelasting of kortsluiting. Het apparaat bevat twee beschermingsmechanismen: een thermisch bimetaal dat bij 105-145% overbelasting binnen 1 uur uitschakelt, en een elektromagnetische spoel die bij kortsluitstromen binnen 0,1 seconde reageert. De karakteristiek bepaalt het uitschakelmoment: B-karakteristiek bij 3-5× nominale stroom, C-karakteristiek bij 5-10×, en D-karakteristiek bij 10-20×.

Het verschil met een aardlekschakelaar ligt in de beschermingsfunctie: installatieautomaten beschermen de installatie tegen overstroom, aardlekschakelaars beschermen personen tegen elektrocutie door lekstromen vanaf 30mA te detecteren. Beide componenten werken complementair in de groepenkast volgens NEN1010. Een installatieautomaat reageert op stromen boven de nominale waarde (bijvoorbeeld 16A), terwijl een aardlekschakelaar het stroomverschil tussen fase en nul meet.

De standaard installatieautomaat voor woningen is type 1P+N (1-polig plus nul) 16A B-karakteristiek, geschikt voor algemene stopcontactgroepen tot 3680 Watt. Deze configuratie voorkomt ongewenst uitschakelen bij normale inschakelstromen terwijl adequate bescherming tegen kortsluiting behouden blijft. De mechanische levensduur bedraagt 20.000 schakelingen, de elektrische levensduur 10.000 schakelingen onder nominale belasting.

Om een installatieautomaat correct aan te sluiten, is het essentieel om de werking en toepassingscriteria goed te begrijpen. De juiste aansluiting voorkomt storingen en zorgt voor een veilige, betrouwbare werking binnen de installatie.

Hoe sluit je een installatieautomaat veilig aan in 6 stappen?

Om de installatieautomaat aan te sluiten, moeten de volgende 6 stappen worden gevolgd.

Stap 1: Schakel de hoofdschakelaar uit, gevolgd door alle groepsautomaten inclusief PV-installaties en laadpalen om terugvoeding via decentrale opwekking te elimineren. Documenteer de oorspronkelijke toestand met foto's en noteer welke groep wordt aangepast in het groepenschema. Waarschuw huisgenoten voor de stroomonderbreking en plan werkzaamheden bij daglicht. Verwijder geen afdekplaten voordat spanningsloosheid is vastgesteld.

Stap 2: Meet spanningsloosheid tussen L-N (230V), L-PE en N-PE met een tweepolige spanningsaanwijzer die voldoet aan NEN-EN-IEC 61243-3 met minimaal CAT III 600V classificatie. Test het meetinstrument direct voor gebruik op een bekende spanningsbron (stopcontact), voer de meting uit op de te bewerken aansluitklemmen, en test het instrument nogmaals na meting. Een knipperende LED of akoestisch signaal moet afwezig zijn. Multimeters zijn ongeschikt vanwege het risico op verkeerde standkeuze met kortsluitgevaar.

Stap 3: Draai de vier aansluitschroeven los (twee boven voor voeding, twee onder voor afgaande groep) met passende schroevendraaier, typisch PH2 kruiskop of 5,5mm sleuf. Trek de draden voorzichtig uit de klemmen zonder de aders te beschadigen. Ontgrendel de DIN-rail bevestiging door het lipje aan de onderzijde met een platte schroevendraaier naar beneden te drukken terwijl u de automaat naar voren kantelt. Bewaar de oude automaat voor typegegevens en eventuele garantieclaims.

Stap 4: Controleer of de nieuwe automaat in "0" (uit) positie staat voordat montage begint. Haak de bovenzijde achter de DIN-rail en druk de onderzijde vast tot het lipje hoorbaar klikt. De automaat moet stabiel en waterpas gemonteerd zijn zonder speling. Moderne groepenkasten gebruiken kamrails waarbij de faseverdeling via koperen rails loopt - sluit hier de nieuwe automaat direct op aan zonder extra bedrading tussen aardlek en automaat.

Stap 5: Strip de draden op 8-10mm lengte voor optimaal klembereik zonder blootliggende geleider buiten de klem. Voer de fasedraad (bruin) in de L-klem en nuldraad (blauw) in de N-klem, waarbij de volgorde boven/onder afhankelijk is van de kastconfiguratie maar consistent moet blijven. Draai de schroeven handvast aan totdat de draden niet meer verschuiven. Oude installaties kunnen afwijkende kleuren hebben: zwart of rood als fase vereist identificatie met spanningsindicator na inschakeling.

Stap 6: Stel de momentschroevendraaier in op 2,0-2,5 Nm volgens fabrikantspecificatie (Hager: 2,0 Nm, ABB: 2,5 Nm, Schneider: 2,2 Nm). Draai elke klemschroef na tot de momentkoppeling slipt - dit garandeert optimale klenkracht zonder draadbreuk of vervormde klemmen. Controleer visueel of geen koperdraadjes buiten de klemmen steken. Plaats het deksel terug, schakel eerst de hoofdschakelaar in, dan de bewerkte groep, en test functionaliteit met een aangesloten verbruiker. Meet de spanning op de afgaande groep om correcte aansluiting te verifiëren.

Gereedschap Type/Specificatie Toepassing Veiligheidsnorm
Spanningsaanwijzer 2-polig, 12-1000V AC/DC Spanningsloosheid vaststellen NEN-EN-IEC 61243-3
Momentschroevendraaier 0,5-6 Nm instelbaar Klemmen aandraaien DIN EN ISO 6789
Schroevendraaiers PH1/PH2, sleuf 3,5-5,5mm Schroeven los/vast VDE 0682-201
Draadstriptang 0,5-6mm² capaciteit Isolatie verwijderen IEC 60900
Installatietester Lus-/isolatiemeting Eindcontrole (optioneel) NEN-EN 61557
Installatieautomaat aansluiting in 6 stappen.
Een 6-stappenplan dat benadrukt hoe documenteren en testen essentieel zijn voor veiligheid en compliance.

Een correcte installatie begint bij het kiezen van de juiste karakteristiek en het bijpassende ampèrage. Deze keuze is cruciaal voor een storingsvrije werking en moet worden afgestemd op het type verbruiker en de inschakelstromen van het circuit.

Welke installatieautomaat-karakteristiek heb je nodig voor aansluiting?

B-karakteristiek installatieautomaten met magnetische uitschakeling bij 3-5× nominale stroom zijn standaard voor resistieve en licht inductieve belastingen in aansluitingen in woningen. Het uitschakelbereik betekent dat een B16 automaat uitschakelt tussen 48A (3×16) en 80A (5×16) binnen 0,1 seconde. Toepassingen omvatten verlichtingsgroepen met LED/spaarlampen (inschakelstroom <2×In), stopcontactgroepen voor huishoudelijke apparaten zonder zware motoren, elektrische verwarming zoals radiatoren en vloerverwarming (zuiver resistief), en boilers/close-in keukenboilers met weerstandselement.

C-karakteristiek met uitschakeling bij 5-10× nominale stroom tolereert hogere inschakelpieken van inductieve belastingen. Een C16 automaat schakelt pas uit tussen 80A en 160A, dubbel zo traag als B-karakteristiek maar met behoud van kortsluitbeveiliging. Specifieke toepassingen zijn compressor-apparatuur (koelkast, vriezer, airconditioning), wasmachines en vaatwassers met pompmotor, gereedschap met universele motor (boormachine, slijptol), en transformator-gevoede apparatuur zoals lasmachines of oude halogeenverlichting.

Het kiezen tussen B en C bepaalt de bedrijfszekerheid versus beveiligingsniveau. B-karakteristiek biedt snellere uitschakeling bij fouten maar kan ongewenst aanspreken bij apparaten met inschakelstroom. C-karakteristiek voorkomt nutsuitschakeling maar vereist zwaardere bekabeling om de hogere doorlaatenergie (I²t) bij kortsluiting te weerstaan. Een praktijkvoorbeeld: een 3pk airconditioning (2,2kW nominaal) trekt bij opstarten 6-8× nominale stroom gedurende 100-200ms. Op een B16 automaat veroorzaakt dit uitschakeling, een C16 tolereert deze piek probleemloos.

Circuitimpedantie bepaalt of C-karakteristiek veilig toepasbaar is. De kortsluitstroom Ik moet minimaal 10× de nominale stroom bedragen voor gegarandeerde magnetische uitschakeling van C-automaten. Bij lange bekabelingstrajecten of kleine aderdoorsnede kan de lus-impedantie te hoog worden. Een erkend installateur meet met een lus-impedantiemeter of de verwachte kortsluitstroom voldoende is: Ik = U0/Zs waarbij U0=230V en Zs=lus-impedantie. Bij Zs>1,44Ω voor C16 is de kortsluitstroom <160A waardoor magnetische uitschakeling onzeker wordt.

D-karakteristiek (10-20×In) en K-karakteristiek (8-12×In) vinden specialistische toepassing bij extreme inschakelstromen. D-automaten beschermen circuits met zware inductieve belastingen zoals lifmotoren, grote pompen of industriële machines met aanloopstromen tot 14×In. K-karakteristiek ligt tussen C en D voor middelzware motoren. Z-karakteristiek (2-3×In) biedt extra gevoelige beveiliging voor elektronische apparatuur maar wordt zelden residentieel toegepast vanwege nutsuitschakeling.

Naast de karakteristiek is ook het juiste ampèrage bepalend voor een veilige en efficiënte werking van de installatie. Dit hangt nauw samen met het aangesloten vermogen en de toepassing per groep.

Hoeveel ampère installatieautomaat nodig?

De formule voor maximale belasting: Ampère × 230V = Watt. Een 16A automaat ondersteunt 3680W, een 10A automaat 2300W, een 20A automaat 4600W. Voor kookgroepen gebruikt u 25A (5750W) of 32A (7360W) met bijpassende kabeldikte: 1,5mm² voor 10A, 2,5mm² voor 16A, 4-6mm² voor 25-32A.

3-fase automaten leveren meer vermogen: 3×16A ondersteunt circa 11kW voor warmtepompen of laadpalen. De berekening wordt 400V × amperage × √3. Nederlandse woningen hebben standaard 3×25A (17,3kW) of bij nieuwbouw 3×35-40A (24,2-27,6kW) hoofdaansluiting.

Standaard waarden zijn: 2A, 4A, 6A, 10A, 13A, 16A, 20A, 25A, 32A, 40A, 50A, 63A waarbij 16A voor lichtgroepen, 16A voor algemene stopcontacten, 20A voor airco’s of warmtepompen zinn en 25-32A voor zware inductiekookplaten gebruikelijk is of lasapparaten in fabrieken. Een Nederlands huishouden verbruikt gemiddeld 2.479 kWh/jaar maar piekbelastingen bepalen de automatenkeuze.

De juiste ampèrage-keuze voorkomt nutsuitschakeling terwijl adequate beveiliging behouden blijft, wat direct de investering in verschillende automatentypes en merken beïnvloedt.

Wat kost een installatieautomaat?

Standaard 1P+N B16A automaten kosten €15 tot €27,45 (Hager) inclusief BTW. C-karakteristiek uitvoeringen zijn duurder: €17,62-€35. 3-fase automaten variëren van €24 voor budget tot €195 voor premium merken met hoge kortsluitvastheid. Hager biedt QuickConnect klemmen voor snellere installatie, Schneider Acti9 heeft geïntegreerde hulpcontacten, ABB System Pro M is modulair uitbreidbaar, terwijl Eaton en Gewiss goede prijs-kwaliteit bieden.

Arbeidskosten voor installatie variëren tussen €65-€85 per uur exclusief BTW, afhankelijk van regio en urgentie. Een enkele automaat vervangen duurt 20-30 minuten inclusief testen (€22-€43 arbeid). Complete groepenkastvervanging van 6 naar 10 groepen kost 4-6 uur (€260-€510 arbeid) plus materiaal €350-€650 voor kast, automaten, aardlekschakelaars en toebehoren. Zaterdagtarief ligt 50% hoger, zondag/feestdagen vaak 100% toeslag.

Subsidie en BTW-voordelen reduceren eindkosten significant. Het verlaagde BTW-tarief van 9% geldt voor arbeidsuren bij woningen ouder dan 2 jaar, besparend €12 per uur. Energiebesparende upgrades zoals faseverdeling voor warmtepompen of laadpaalvoorbereiding kwalificeren mogelijk voor ISDE-subsidie of gemeentelijke duurzaamheidsregelingen tot €500. Verhuurders kunnen investeringen fiscaal afschrijven over 10 jaar.

Totale installatiekosten inclusief keuring voor een moderne 3×35A groepenkast met 12 groepen, 4 aardlekschakelaars 40A/30mA, hoofdschakelaar 63A, en overspanningsbeveiliging type 1+2 bedragen €1.200-€1.800 turnkey. Dit omvat demontage oude kast, ombouw meterkast indien nodig, alle materialen A-merk, installatie volgens NEN1010, en opleverkeuring met meetrapport. Financiering via energieleverancier of installateur tegen 0-4% rente spreidt investeringen over 24-60 maanden.

Bij verouderde of onbetrouwbare automaten speelt niet alleen de technische staat een rol, maar ook de verhouding tussen vervangingskosten en prestaties. Daarom is het belangrijk te weten wanneer een installatieautomaat aan vervanging toe is.

Wanneer moet je een installatieautomaat vervangen?

Na 5-10 keer aanspreken degradeert de betrouwbaarheid door vermoeiing van het bimetaal en contacterosie. Elke uitschakeling onder foutstroom veroorzaakt microscopische beschadigingen. Automaten ouder dan 40 jaar zoals Merlin Gerin of oude Holec types hebben hun technische levensduur overschreden.

Vervangingssignalen zijn: spontaan uitschakelen zonder overbelasting, warm worden bij normale belasting, zichtbare brandsporen, mechanisme blijft hangen, onregelmatig uitschakelgedrag. Testing vereist gespecialiseerde meetapparatuur zoals een Fluke 1664FC die uitschakeltijd en -stroom verifieert volgens de karakteristiek. Werkzaamheden moeten gebeuren volgens strikte veiligheidsvoorschriften.

Welke veiligheidsvoorschriften gelden?

NEN1010:2020 artikel 461.2 specificeert dat installatieautomaten uitsluitend mogen worden geïnstalleerd door "voldoende onderrichte personen" (VOP) met aantoonbare elektrotechnische kennis niveau MBO-2 of bewezen bekwaamheid via werkervaring. De norm definieert drie competentieniveaus: leek mag alleen bedienen, VOP mag vervangen door identiek type, vakbekwaam persoon (VP) mag wijzigingen aanbrengen. Werkgevers dragen wettelijke aansprakelijkheid voor competentieverificatie via RI&E documentatie.

Aansprakelijkheid bij doe-het-zelf installaties ligt volledig bij uitvoerder volgens Burgerlijk Wetboek artikel 6:162 (onrechtmatige daad). Verzekeringspolissen sluiten standaard dekking uit bij "ondeskundige werkzaamheden aan elektrische installaties". Brand door foutieve installatie leidt tot persoonlijke aansprakelijkheid voor totale schade. Netbeheerders kunnen aansluiting weigeren of boete €350-€5.000 opleggen bij geconstateerde onveilige situaties.

Periodieke inspecties volgens NEN3140 aanbeveling 5-jaarlijkse keuring voor bedrijfspanden, aanbevolen voor woningen. Scope omvat visuele inspectie, aanhaalmomenten verifiëren functietest aardlekschakelaars (<30ms bij 5×IΔn), isolatiemeting per groep (>1MΩ bij 500V DC), thermografie onder belasting (<40°C temperatuurstijging). Keuringsrapport documenteert afwijkingen met risicoclassificatie: direct gevaar vereist onmiddellijke actie, termijnafwijkingen binnen 6 maanden verhelpen bij scope keuringen.

Naleving van deze normen minimaliseert risico's en verzekert betrouwbare werking, waarbij de complexiteit van moderne installaties steeds vaker professionele expertise vereist.

Hoe integreer je installatieautomaten met andere componenten bij het aansluiten?

Een goed functionerende elektrische installatie vereist dat installatieautomaten correct samenwerken met andere beveiligings- en schakelcomponenten. Door te letten op compatibiliteit, volgorde en vermogensverdeling blijft de installatie veilig, storingsvrij en conform de NEN-normen.

Werkt een installatieautomaat samen met aardlekschakelaars?

Ja, installatieautomaten en aardlekschakelaars werken complementair samen binnen de groepenkast. Een 40A/30mA aardlekschakelaar mag maximaal vier installatieautomaten bedienen, waarbij de som van de nominale stromen de aardlekschakelaar niet mag overschrijden. De standaardopbouw is hiërarchisch: hoofdschakelaar → aardlekschakelaars → installatieautomaten → afgaande groepen. Voor kritische toepassingen, zoals wasmachines of buiteninstallaties, zijn er aardlekautomaten beschikbaar die beide functies combineren in twee modules.

Wanneer is het nodig om de complete groepenkast te vervangen?

Groepenkasten zonder hoofdschakelaar voldoen niet meer aan de huidige veiligheidsnormen. Oude stoppenkasten met smeltpatronen missen vaak aardlekbeveiliging en zijn daardoor onvoldoende beschermd tegen lekstromen. In moderne woningen is een verdeling over 8 tot 10 groepen gebruikelijk, terwijl oudere installaties vaak maar 4 tot 6 groepen hebben. Bij een vermogensvraag van meer dan 8 kW, zoals bij een warmtepomp of laadpaal, is een upgrade naar een 3-fase aansluiting vereist en vaak ook een volledige vervanging van de groepenkast.

Hoe voeg je veilig extra groepen toe?

De beschikbare ruimte in de groepenkast bepaalt of uitbreiding mogelijk is. Tel het aantal lege posities en vermenigvuldig dit met 18 mm om de beschikbare breedte in millimeters te berekenen. Voor een standaard uitbreiding is minimaal ruimte nodig voor één installatieautomaat (1 tot 3 modules), eventueel een extra aardlekschakelaar (2 tot 4 modules), en een veiligheidsmarge van 20 %. Een kast met 12 modules (216 mm) biedt doorgaans plaats aan 3 aardlekschakelaars en 8 installatieautomaten. Is er minder dan 3 modules vrij, dan is een uitbreidingskast of vervanging noodzakelijk.

Wat te doen bij een uitschakelende automaat?

Een installatieautomaat schakelt direct uit bij kortsluiting. Dit is systematisch op te sporen door aangesloten apparaten één voor één los te koppelen. Bij overbelasting op een 16A groep (>3680 watt) helpt het om verbruikers over meerdere groepen te verdelen. Als een compressor of vriezer herhaaldelijk een B-karakteristiek automaat uitschakelt, kan overstappen naar een C-karakteristiek uitkomst bieden, mits de circuitweerstand dit technisch toelaat.

Waarom overspanningsbeveiliging toevoegen?

Een overspanningsbeveiliging van type 1+2 direct na de hoofdschakelaar beschermt de installatie tegen spanningspieken tot 6.000 volt, bijvoorbeeld door blikseminslag. Moderne elektronische apparaten kunnen al defect raken bij spanningen boven 400 tot 600 volt. Een investering van €150 tot €300 in een goede afleider voorkomt vaak duizenden euro’s schade. De installatie moet worden uitgevoerd op een aparte C20 of C25 installatieautomaat met een zo kort mogelijke aardverbinding.

Wanneer professionele elektricien inschakelen?

Een keuring is verplicht bij werkzaamheden zoals groepenkastvervanging, het verzwaren van de hoofdaansluiting of het toevoegen van krachtstroom. Vooral bij 3-fase installaties zijn extra controles vereist, waaronder faseverdeling, draaiveldmeting en symmetrische belasting. Houd er rekening mee dat garantie vervalt bij zelf uitgevoerde werkzaamheden die buiten de toegestane grenzen vallen.

Bij complexe storingen, zoals onverklaarbare aardlekfouten, thermische afwijkingen of spanningsproblemen, is gespecialiseerde meetapparatuur nodig. Denk aan thermografie, netanalyse en aardlekdetectie met apparatuur die varieert van €2.000 tot €10.000. In dergelijke gevallen is professionele hulp niet alleen wenselijk maar ook noodzakelijk.

Voor huiseigenaren die te maken hebben met springende automaten, verouderde groepenkasten of de installatie van een warmtepomp of laadpaal, biedt Drixes Elektricien de juiste oplossing. Onze erkende monteurs analyseren uw situatie nauwkeurig, of het nu gaat om het upgraden naar C-karakteristiek voor een vriezer die vaak uitschakelt, het vervangen van een groepenkast in een jaren '70 woning of een vakkundige 3-fase installatie voor moderne apparatuur.

Met 24/7 service, vaste tarieven en garantie op alle werkzaamheden volgens de NEN-normen zorgt Drixes voor een betrouwbare en veilige elektrische installatie. Bel direct 06 15622791 voor een vrijblijvende inspectie. Wij adviseren de juiste automaten, installeren deze veilig en verzorgen de officiële keuring, zodat u weer zorgeloos gebruik kunt maken van uw elektriciteit.